didactiek

Wat doen wij? Wie zijn wij? Hoe werken wij? Wat is nu een groepsplan? En wat is een groepsbespreking? Hoe gaat dat, werken in drie niveaus in de groep? Wat doen we met toetsgegevens? Wat betekenen nu al die afkortingen? Wat is nu leerlingenzorg? Hoe wordt er gewerkt met een handelingsplan? Zo zijn er nog veel andere vragen te stellen. Vragen die u als ouders (wellicht) heeft en waarvan de antwoorden u duidelijkheid geven over de werkwijze van De Vlinder. Dat vinden we belangrijk. 

onderwijsbehoeften

De onderwijsbehoeften van leerlingen zijn leidend in ons onderwijs, maar wat zijn het eigenlijk en hoe werken we ermee op de Vlinder?

Een onderwijsbehoefte is datgene wat een leerling nodig heeft om zich op school op een positieve manier te ontwikkelen. Het gaat dan niet alleen om een positieve ontwikkeling in het leren lezen, rekenen etc., maar ook om de sociaal-emotionele ontwikkeling en het gedrag. Eigenlijk heeft iedere leerling zijn eigen specifieke onderwijsbehoefte. De behoefte is namelijk voor ieder kind net even anders en wisselt voortdurend in de loop van de tijd. Meestal is het echter zo dat behoeften van leerlingen op elkaar lijken en daardoor kan de leerkracht zijn/ haar manier van lesgeven afstemmen op groepen leerlingen.

Voorbeelden van onderwijsbehoeften zijn:

  • De groep heeft behoefte aan een leerkracht die duidelijk verwachtingen uitspreekt naar de leerlingen.
  • Deze leerlingen hebben behoefte aan extra instructie en begeleide inoefening bij spelling.
  • Deze leerling heeft een plek nodig voorin het lokaal.
  • Deze leerlingen hebben behoefte aan uitdagende rekenopdrachten.
  • Deze leerling heeft behoefte aan een leerkracht die positieve feedback geeft, gericht op inzet.

De onderwijsbehoeften van elke groep, van groepjes leerlingen in elke groep en van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften staan beschreven in de groepsplannen. De leerkrachten ontdekken de onderwijsbehoeften van de leerlingen door goed te kijken naar leerlingen en hoe ze leren. Leerlingen kunnen vaak ook zelf vertellen wat zij nodig hebben. Op basis van de onderwijsbehoeften geven de leerkrachten onderwijs en passen ze hun lesgeven aan waar nodig. Met andere woorden: als een leerling bijvoorbeeld extra instructie en begeleide inoefening nodig heeft, krijgt deze leerling dit van de leerkracht samen met andere leerlingen met dezelfde onderwijsbehoefte in de groene route van spelling.

drie routes

Voor de vakken rekenen, technisch lezen, begrijpend lezen en spelling geven we op De Vlinder les in drie routes. Wat betekent dat en hoe ziet dat er uit?

Alle kinderen in elke groep zijn voor deze vakken ingedeeld in een van de drie routes op basis van hun onderwijsbehoeften:

  1. In de instructie-onafhankelijke, rode route zijn de kinderen ingedeeld die met een korte en bondige instructie aan de slag kunnen gaan en behoefte hebben aan extra uitdaging.
  2. In de instructiegevoelige, blauwe route zijn de leerlingen ingedeeld die de basisinstructie nodig hebben en daarna aan de slag kunnen.
  3. In de instructie-afhankelijke, groene route zijn de leerlingen ingedeeld die naast de basisinstructie extra instructie nodig hebben en die extra hulp van de leerkracht nodig hebben bij het verwerken van de aangeboden leerstof.

Bij het indelen van de leerlingen in de routes kijken we niet alleen naar toetsresultaten, de leerkrachten observeren de leerlingen goed en kijken wat elke leerling nodig heeft. Een leerling met gemiddelde resultaten kan bijvoorbeeld snel afgeleid zijn en daardoor behoefte hebben aan extra sturing door leerkracht. Deze leerling zou dan ingedeeld kunnen worden in de groene route. Ook kan een leerling bij het ene vak in de rode route zitten en bij een ander vak in de groene route en bij weer een ander vak in de blauwe route.

werkwijze

Als voorbeeld een rekenles: voor het starten van de les gaan alle leerlingen naar hun 'rekenplek', de kinderen uit elke route zitten bij elkaar in de buurt. De leerlingen uit de groene route zitten dichtbij de leerkracht. De leerkracht bespreekt het doel van de les en start met een korte instructie en geeft aan wat de kinderen uit de rode route moeten gaan maken. Ze maken extra uitdagende sommen. Deze kinderen kunnen aan de slag. De kinderen uit de blauwe en groene route krijgen uitgebreider instructie en vaak wordt een som samen gemaakt. Daarna gaan de leerlingen uit de blauwe route zelfstandig aan de slag. De leerkracht gaat vervolgens bij de leerlingen uit de groene routen zitten en verduidelijkt en herhaalt de instructie. Daarna begeleidt de leerkracht de leerlingen bij het maken van de sommen. Tussendoor loopt de leerkracht regelmatig een rondje om de leerlingen uit de rode en blauwe route kort te begeleiden. Met deze leerlingen zijn duidelijke afspraken gemaakt over wanneer en hoe er vragen aan elkaar gesteld kunnen worden. De les wordt uiteraard gezamenlijk afgesloten.

Wat zijn de voordelen van het lesgeven in drie routes? Een leerling uit de rode route hoeft niet meer te luisteren naar een instructie die hij of zij niet nodig heeft en wordt meer uitgedaagd. Een leerling uit de groene route krijgt de extra aandacht die nodig is om de leerstof te begrijpen en kan gewoon mee blijven doen met de groep. En ook de leerlingen uit de blauwe groep krijgen de instructie die zij nodig hebben en als iets moeilijk is, kunnen ze ook altijd even aanschuiven bij de groene route. Met andere woorden: we kunnen ons onderwijs beter afstemmen op wat de kinderen nodig hebben.

leren van elkaar

U hoort het misschien van uw kind(eren) dat er iemand in de groep is komen kijken tijdens een les. Dat kan inderdaad zomaar het geval zijn.

Het onderwijs aan uw kind moet voldoen aan een heleboel kwaliteitscriteria; u kunt hierbij o.a. denken aan:

  • de manier waarop er instructie gegeven wordt
  • de wijze waarop er gedifferentieerd gewerkt wordt in de groep
  • het pedagogisch handelen van de leerkracht
  • het effectief benutten van onze onderwijstijd
  • de effectieve werksfeer in de groep
  • de juiste manier van lesgeven, de opbouw van de les
  • het tegemoetkomen aan de onderwijsbehoeften van de kinderen binnen de groep door de leerkracht
  • het bordgebruik en digibord gebruik van de leerkracht
  • het registreren van vorderingen en gesprekken
  • hoe gaan we om met de werkafspraken van de school binnen de groepen.

Deze criteria verzinnen we niet allemaal zelf, deze criteria samen bepalen de kwaliteit van ons onderwijs. Voor al deze criteria zijn er kijkwijzers en met deze kijkwijzers worden alle groepen en leerkrachten geobserveerd door onze intern begeleiders en de directie. Op deze manier monitoren we het onderwijs op de school, worden de resultaten individueel en als bouw en team besproken en worden weer verdere afspraken gemaakt. Een hele leuke en goede manier van met elkaar (verder) werken aan de kwaliteit van onze school. Want dat is waar we hard aan werken.